19 april, 2014

Mystery guests bij Waaijenberg verhuizers


De heer en mevrouw De Bruijn (lange ij en 2 puntjes)

Stevig gearmd kwamen ze binnenschuifelen, onze mystery guests, de sjofel geklede heer en mevrouw De Bruijn (“met lange ij hoor, en twee puntjes!”) en ze vroegen naar meneer Waaijenberg. “Nee, de oude meneer Waaijenberg van de Polar Beers”. Duidelijk mensen die nooit aan Engels, computers of mobieltjes waren toegekomen. Grote ontsteltenis toen ze hoorden dat meneer Waaijenberg al lang niet meer in het bedrijf zat. “Want meneer heeft ons vroeger verhuisd en dat was zo’n nette man en nu gaan we weer verhuizen, dus….”

Klantvriendelijk?

Waaijenberg’s Henk Kuijer wist meteen wat hem te doen stond: deze simpele mensen geruststellen, hun jas aanpakken, een stoel aanbieden en vriendelijk ontvangen; ach ja, hij wist onderhand in een oogopslag wat voor mensen hij voor zich kreeg – dacht hij, maar ten onrechte!  Want die twee pensionado’s waren mystery guests, zeg maar: nepklanten. Toneelvereniging Mare mag haar decors bij Waaijenberg opslaan en wilde graag iets terugdoen voor directeur Jan van Santen. Mystery guests die de klant­vriendelijkheid van het personeel op de proef stelden terwijl hij zelf afwezig was, dat leek Van Santen wel wat. En dan moesten dat natuurlijk geen doorsnee­klanten zijn – een kolfje naar de hand van ons als Mare-acteurs.

Kunnen we in de verhuiswagen mee?

Vooral met meneer De Bruijn ging het niet best, die rug van hem ja, en ook geestelijk ging hij toch wel achteruit: “Maar als u op maandag alles al inpakt en ons op dinsdag verhuist, hoe moeten wij dan slapen en ontbijten?”  vroeg hij bezorgd. Gelukkig kon meneer De Bruijn leunen op zijn 10 jaar jongere vrouw. Die wist weliswaar haar plaats naast het hoofd van het gezin, maar bemoederde hem toch een beetje. Zij maakte zich vooral zorgen over de poezen: “Want we hebben geen auto. Kunnen wij dan in de verhuiswagen mee, met de poezen op schoot? Dan kunnen we meteen de weg wijzen.”

Pilaarbijter?

Het geduld van de arme Henk Kuijer werd danig op de proef gesteld. Een normaal mens zou die verhalen over een verzameling van 79 Belgische bierglazen (“Kent U de Moeder Overste? En de Brugse Zot of de Pilaarbijter!”) afkappen, het werd zelfs mevrouw De Bruijn te veel. Maar Kuijer bleef de vriendelijkheid zelve. En de sfeer veranderde niet toen ook Van Santen junior zich charmant en geruststellend in het gesprek mengde; hóe traag van begrip we ook waren, en wèlke domme, zeurderige of pietluttige opmerkingen we ook maakten (“de gouden lijsten om die familiefoto’s zijn niet van goud, maar van geverfd gips en dat gaat heel gauw kapot”), klantvriendelijkheid bleef troef.

Streetview

Op het laatst keek Kuijer via Streetview nog even naar onze (zogenaamde) woning.  De Bruijntjes wisten niet wat ze zagen: “Maar dat is ons huis daar! Hoe kan u dat van hieraf zien dan? Heeft u hier een camera op het dak of zo??” Het was de enige keer dat Kuijer niet in de plooi kon blijven: “Ja we hebben hier een satelliet in de lucht hangen”, lachte hij, om daarna aan zijn verbouwereerde klanten geduldig uitleg te geven.

Nadat de afspraken voor huisbezoek en offerte waren gemaakt,  kwam directeur Van Santen “toevallig” ter plaatse. We konden hem en iedereen geruststellen: wie met déze dombo’s kan omgaan, die kan met iedereen omgaan!